AUDIO VIDEO

“Het was de adem van de wind fluisterend om de hoek van de eeuwenoude, eenzame muur.
Hij zuchtte zachtjes tegen de paardenbloem, blies vrolijk haar zaadjes naar de blauwe hemel.
Het gras ritselde een melodie zo ijl de wind nieste, het werden koren vol van zomerse gezangen.
De boterbloemen namen de hoge noten die trilden in de lentezon.
Alles was in een zacht licht alles was als een mooie droom.”